Doorgaan naar inhoud

BIJBELVERZEN UITGELEGD

Galaten 6:9 — ‘Laten wij niet moe worden goed te doen’

Galaten 6:9 — ‘Laten wij niet moe worden goed te doen’

 ‘Laten we er dus nooit mee ophouden het goede te doen, want te zijner tijd zullen we oogsten als we het niet opgeven’ (Galaten 6:9, Nieuwewereldvertaling).

 ‘Laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven’ (Galaten 6:9, Herziene Statenvertaling).

Betekenis van Galaten 6:9

 De apostel Paulus moedigt christenen aan te blijven doen wat in Gods ogen goed is. Als ze dat doen, kunnen ze er zeker van zijn dat God ze zal belonen.

 ‘Laten we er dus nooit mee ophouden.’ Dit gedeelte kan ook worden vertaald als ‘laten we het niet moe worden’. In de oorspronkelijke taal kan de term ook de gedachte overbrengen dat je je niet laat ontmoedigen of je enthousiasme niet verliest. Paulus betrok zichzelf in deze raad, omdat hij zich ook weleens ontmoedigd voelde (Romeinen 7:21-24).

 ‘Het goede.’ Dit omvat alles wat een christen doet om God te dienen. Daartoe behoort ook wat je doet om geloofsgenoten en anderen te helpen (Galaten 6:10).

 ‘Te zijner tijd zullen we oogsten als we het niet opgeven.’ Paulus herinnert ons eraan dat het tijd kan kosten om de resultaten te zien van het goede dat je doet, net zoals het tijd kost voordat de gewassen van een boer volgroeid zijn. Door het over oogsten te hebben bouwt Paulus voort op de fundamentele waarheid in vers 7: ‘Wat je zaait, zul je ook oogsten.’ Dus als een christen doet wat goed is in Gods ogen, zal hij een grote beloning oogsten, waaronder eeuwig leven (Romeinen 2:6, 7; Galaten 6:8).

Context van Galaten 6:9

 Paulus schreef deze brief aan de christenen in Galatië ergens tussen 50 en 52. Hij deed dat om ze te beschermen tegen de invloed van mensen die beweerden christenen te zijn maar de waarheid over Jezus verdraaiden (Galaten 1:6, 7). Die mensen leerden dat christenen zich aan de wet moesten houden die God via Mozes aan Israël had gegeven (Galaten 2:15, 16). Paulus legde uit dat de wet zijn doel had gediend en niet meer bindend was voor Gods aanbidders (Romeinen 10:4; Galaten 3:23-25).

 Toen Paulus christenen aanmoedigde ‘het goede te doen’, had hij het niet over de wet van Mozes. Hij wilde ze aanmoedigen ‘de wet van de Christus’ te vervullen, die alles omvat wat Jezus onderwees over goeddoen voor anderen (Galaten 6:2; Mattheüs 7:12; Johannes 13:34).

 Bekijk deze korte video om een overzicht te krijgen van het boek Galaten.