‘Verneder je daarom onder de machtige hand van God, dan zal hij je uiteindelijk verhogen. Leg ook al je zorgen bij hem neer, want hij geeft om je’ (1 Petrus 5:6, 7, Nieuwewereldvertaling).

 ‘Verneder u dan onder de krachtige hand van God, opdat Hij u op Zijn tijd verhoogt. Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u’ (1 Petrus 5:6, 7, Herziene Statenvertaling).

 Met deze woorden wil de apostel Petrus christenen duidelijk maken dat ze zich vrij mogen voelen om tot God te bidden over hun problemen en zorgen. God waardeert het als mensen nederig zijn en hij zal ze rijk belonen.

 ‘Verneder je daarom onder de machtige hand van God.’ In de Bijbel wordt met Gods hand vaak gedoeld op zijn macht of vermogen om te redden en te beschermen (Exodus 3:19; Deuteronomium 26:8; Ezra 8:22). Een christen vernedert zich onder Gods hand door op hem te vertrouwen. Dit betekent dat hij zijn eigen beperkingen accepteert en inziet dat hij moeilijkheden niet op eigen kracht kan doorstaan (Spreuken 3:5, 6; Filippenzen 4:13). Hij vertrouwt erop dat God de macht heeft om hem op het juiste moment en op de best mogelijke manier te helpen (Jesaja 41:10).

 ‘Dan zal hij je uiteindelijk verhogen.’ Wie beproevingen geduldig doorstaat, kan erop vertrouwen dat God hem uiteindelijk verhoogt, oftewel beloont. God zal niet toelaten dat zijn aanbidders eindeloos of boven hun krachten worden beproefd (1 Korinthiërs 10:13). Integendeel, hij zal degenen die blijven doen wat goed is ‘te zijner tijd’ belonen (Galaten 6:9).

 ‘Leg ook al je zorgen bij hem neer, want hij geeft om je.’ Christenen kunnen al hun zorgen bij God neerleggen, of op hem werpen, door nederig tot hem te bidden. Volgens een Bijbelgeleerde zit in het hier gebruikte werkwoord de gedachte van een bewuste inspanning om iets van zich af te werpen. Een christen die zijn zorgen op God heeft geworpen, voelt zich verlicht en ervaart wat de Bijbel ‘de vrede van God’ noemt (Filippenzen 4:6, 7). Hij kan er zeker van zijn dat God hem wil helpen, omdat hij weet dat God om hem geeft en zijn onbeperkte macht kan gebruiken om hem te steunen (Psalm 37:5; 55:22).

 Hoofdstuk 5 is het besluit van de eerste brief die Petrus aan de christenen schreef (1 Petrus 1:1). Volgelingen van Christus kregen toen net als nu te maken met allerlei beproevingen. Hun geloof werd op de proef gesteld en dat kon ze bezorgd maken (1 Petrus 1:6, 7). Omdat Petrus wist wat ze doormaakten, schreef hij ze ergens tussen 62 en 64 een warme, bemoedigende brief (1 Petrus 5:12).

 Petrus sluit zijn brief af met enkele bemoedigende woorden voor degenen die vanwege hun geloof worden beproefd. Als ze nederig zijn en op God vertrouwen, kunnen ze ervan overtuigd zijn dat hij ze zal helpen standvastig te blijven (1 Petrus 5:5-10). Petrus’ woorden kunnen ook christenen die nu worden vervolgd bemoedigen.

 Bekijk deze korte video om een overzicht te krijgen van het boek 1 Petrus.