Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

VOLG HUN GELOOF NA | TIMOTHEÜS

‘Mijn geliefd en trouw kind in de Heer’

‘Mijn geliefd en trouw kind in de Heer’

TIMOTHEÜS ging vastberaden op pad, liet zijn huis achter zich en was gefocust op de weg vóór hem. Zijn reisgenoten liepen voor hem uit door de velden die zo vertrouwd waren voor Timotheüs. Ze raakten steeds verder verwijderd van Lystra, een stad gelegen op een heuvel in de vallei. Timotheüs glimlachte terwijl hij terugdacht aan hoe zijn moeder en oma hem vol trots hadden uitgezwaaid, met tranen in hun ogen. Zou hij nog een keer omkijken en zwaaien?

Paulus glimlachte af en toe bemoedigend naar Timotheüs. Hij wist dat Timotheüs nog wat verlegen was, maar hij was blij met zijn enthousiasme. Timotheüs was vrij jong, waarschijnlijk rond de 20. Hij had veel respect voor Paulus en hield van hem. Timotheüs begon met deze actieve en getrouwe man aan een reis die hem honderden kilometers van huis zou brengen. Ze zouden te voet en per boot reizen en met veel gevaren te maken krijgen. Timotheüs had geen idee of hij ooit nog thuis zou komen.

Waarom koos deze jonge man voor zo’n leven? Welke beloningen zouden zulke offers de moeite waard maken? En hoe kan het geloof van Timotheüs ons geloof versterken?

‘VAN KINDSBEEN AF’

Laten we eens twee à drie jaar teruggaan in de tijd. Waarschijnlijk woonde Timotheüs in Lystra, een stadje in een afgelegen, waterrijke vallei. De inwoners verstonden Grieks maar spraken hun eigen taal: Lykaonisch. Op een dag was er opschudding in dit rustige stadje. De zendelingen Paulus en Barnabas waren aangekomen uit Ikonium, een grotere stad in de buurt. Tijdens het prediken zag Paulus een kreupele man die een groot geloof toonde. Paulus genas hem door middel van een wonder (Handelingen 14:5-10).

Veel inwoners van Lystra geloofden de plaatselijke legenden over goden die in het verleden, vermomd als mensen, naar de stad waren gekomen. Ze dachten daarom dat Paulus Hermes was en Barnabas Zeus! De twee mannen konden de inwoners er maar net van weerhouden offers aan hen te brengen (Handelingen 14:11-18).

Een aantal inwoners van Lystra bezag dit niet als een bezoek van mythische, heidense goden, maar als een bijzonder bezoek van personen die echt bestonden! Eunice bijvoorbeeld was een jodin met een andersdenkende Griekse * man. Zij en haar moeder, Loïs, luisterden ongetwijfeld heel graag naar Paulus. Eindelijk hoorden ze het nieuws waar de gelovige Joden zo lang op hadden gewacht: de Messias was gekomen en vervulde veel Bijbelse voorspellingen!

Stel je eens voor welke invloed het bezoek van Paulus op Timotheüs moet hebben gehad. Eunice en Loïs hielpen Timotheüs ‘van kindsbeen af’ liefde voor de heilige Hebreeuwse Geschriften te ontwikkelen (2 Timotheüs 3:15). Hij merkte, net als zijn moeder en zijn oma, dat Paulus en Barnabas de waarheid vertelden over de Messias. En denk eens aan de kreupele man die door Paulus was genezen. Vanaf zijn jeugd had Timotheüs deze man waarschijnlijk regelmatig in de straten van Lystra gezien, maar dit was de eerste keer dat hij hem zag lopen! Geen wonder dat Eunice, Loïs en Timotheüs christen werden. Ouders en grootouders kunnen veel leren van het voorbeeld van Loïs en Eunice. Kunnen jullie een goede invloed op jongeren hebben?

‘DOOR VEEL VERDRUKKINGEN HEEN’

De inwoners van Lystra die christen werden, moeten heel blij zijn geweest met de hoop die de volgelingen van Jezus hadden. Maar ze merkten ook dat het volgen van Jezus consequenties zou hebben. Fanatieke joodse tegenstanders uit Ikonium en Antiochië kwamen naar Lystra om de wispelturige inwoners tegen Paulus en Barnabas op te hitsen. Al snel zocht een gewelddadige menigte Paulus op en gooide stenen naar hem. Hij werd meerdere keren geraakt en viel op de grond. De menigte sleurde hem de stad uit en liet hem voor dood achter (Handelingen 14:19).

Maar de discipelen in Lystra kwamen naar Paulus toe en gingen om hem heen staan. Wat zullen ze opgelucht zijn geweest toen hij bewoog, opstond en moedig naar Lystra terugging! De volgende dag vertrok hij met Barnabas naar Derbe om daar verder te prediken. Nadat ze ook daar discipelen hadden gemaakt, trotseerden ze het gevaar en keerden ze weer terug naar Lystra. Waarom? Ze moedigden de christenen daar aan om ‘in het geloof te blijven’. Stel je eens voor hoe Timotheüs vol belangstelling luisterde terwijl Paulus en Barnabas vertelden dat de prachtige toekomsthoop ruimschoots opwoog tegen de huidige offers. Ze zeiden: ‘Wij moeten door veel verdrukkingen heen het koninkrijk Gods binnengaan’ (Handelingen 14:20-22).

Timotheüs opende zijn hart voor het onderwijs van Paulus

Timotheüs had gezien dat Paulus naar die woorden leefde en moedig vervolging verduurde om het goede nieuws met anderen te delen. Timotheüs wist dus dat als hij het voorbeeld van Paulus zou volgen, hij ook tegenstand zou krijgen van de inwoners van Lystra, misschien zelfs van zijn eigen vader! Maar Timotheüs liet zijn beslissing om de ware God te aanbidden daardoor niet beïnvloeden. Ook nu zijn veel jongeren te vergelijken met Timotheüs. Ze zijn zo verstandig om vrienden te kiezen met een sterk geloof, die hen zullen aanmoedigen en sterken. En ze laten zich er niet door tegenstand van weerhouden de ware God te aanbidden!

ER WERD ‘EEN GOED BERICHT OVER HEM UITGEBRACHT’

Zoals gezegd was het tweede bezoek van Paulus twee à drie jaar later. Wat zal de familie van Timotheüs enthousiast zijn geweest over de komst van Paulus, dit keer samen met Silas. Ook voor Paulus was het een vreugdevolle tijd. Hij kon nu met eigen ogen zien wat er van het waarheidszaad dat hij in Lystra had gezaaid, terecht was gekomen. Hij zag dat Loïs en haar dochter, Eunice, nu trouwe christenen waren geworden. Paulus had veel waardering voor hun oprechte geloof (2 Timotheüs 1:5). En hoe was het met de jonge Timotheüs?

Paulus merkte dat deze jonge man geestelijk enorm was gegroeid sinds zijn vorige bezoek. Er werd door de broeders ‘een goed bericht over hem uitgebracht’, niet alleen in Lystra maar ook in Ikonium, ruim 30 kilometer in noordoostelijke richting (Handelingen 16:2). Hoe had hij zo’n reputatie opgebouwd?

Timotheüs’ moeder en oma hadden hem van jongs af aan goede, praktische raad gegeven uit ‘de heilige geschriften’ (2 Timotheüs 3:15). Een voorbeeld daarvan is: ‘Gedenk nu uw Grootse Schepper in uw jongelingsdagen’ (Prediker 12:1). Die woorden kregen meer betekenis toen Timotheüs christen werd. Hij zag in dat hij zijn Grootse Schepper het beste kon ‘gedenken’ door met anderen over het goede nieuws van Gods Zoon, de Christus, te praten. Timotheüs overwon in de loop van de tijd de verlegenheid die hem lange tijd had belemmerd. Hij leerde moedig over het goede nieuws te vertellen.

De broeders die de leiding hadden in de gemeente merkten Timotheüs’ vooruitgang op. Ze waren ongetwijfeld blij te zien dat deze jonge man iedereen om hem heen opbouwde en aanmoedigde. Maar wat nog belangrijker was, het viel Jehovah op. God liet enkele voorspellingen over hem optekenen — misschien over de hulp die hij veel gemeenten zou gaan geven. Toen Paulus op bezoek kwam, zag hij dat Timotheüs een goede hulp zou zijn tijdens zendingsreizen. De broeders in Lystra waren het daarmee eens. Ze legden hem de handen op, als teken dat hij een speciaal voorrecht had gekregen in Jehovah’s dienst (1 Timotheüs 1:18; 4:14).

Timotheüs moet diep onder de indruk zijn geweest van het enorme vertrouwen dat in hem werd gesteld en de verantwoordelijkheid die hij kreeg. Hij was bereid te gaan. * Maar hoe reageerde de andersdenkende vader van Timotheüs op de nieuwe roeping van zijn zoon om een reizende christelijke opziener te worden? Hij had waarschijnlijk een heel andere toekomst in gedachten voor zijn zoon. En de moeder en oma van Timotheüs? Ook al waren ze heel trots, het zou alleen maar logisch zijn als ze zich zorgen maakten over zijn veiligheid.

Hoe dan ook, Timotheüs ging. Op de eerder genoemde ochtend begon hij aan een reizend leven samen met Paulus. Hij liet Lystra achter zich. Bij elke stap knarste het grind onder zijn voeten, werden zijn sandalen steeds stoffiger en betekende het een stap richting het onbekende en weg van huis. Na een lange dag wandelen kwam Timotheüs met Paulus en Silas aan in Ikonium. Hij zag hoe ze instructies van het besturende lichaam in Jeruzalem doorgaven en moeite deden om de gelovigen in Ikonium aan te moedigen (Handelingen 16:4, 5). Maar dat was nog maar het begin.

Na hun bezoek aan Galatië verlieten de zendelingen de brede, verharde Romeinse wegen en liepen honderden kilometers door de hoogvlakten van Frygië, eerst in noordelijke en daarna in westelijke richting. Onder leiding van de heilige geest gingen ze naar Troas waar ze op de boot naar Macedonië stapten (Handelingen 16:6-12). Paulus zag dat Timotheüs heel bruikbaar was. Hij gaf hem dan ook de verantwoordelijkheid om een tijdlang samen met Silas in Berea te dienen (Handelingen 17:14). Hij stuurde hem zelfs naar Thessalonika. Timotheüs volgde het voorbeeld dat hij zo goed in zich had opgenomen en bouwde daar de getrouwe christenen op (1 Thessalonicenzen 3:1-3).

Paulus schreef later over Timotheüs: ‘Ik heb niemand anders van gelijke gezindheid als hij, die echt zorg zal dragen voor de dingen die u betreffen’ (Filippenzen 2:20). Die reputatie kwam niet uit de lucht vallen. Timotheüs had die reputatie opgebouwd door hard te werken, nederig te zijn en getrouw te volharden onder moeilijke omstandigheden. Wat een prachtig voorbeeld voor jongeren! Vergeet nooit dat je je reputatie voor een groot deel zelf in de hand hebt. Als je jong bent, heb je een geweldige kans om een goede naam op te bouwen door Jehovah op de eerste plaats te stellen en anderen vriendelijk en met respect te behandelen.

‘DOE UW UITERSTE BEST OM NAAR MIJ TOE TE KOMEN’

Al op jonge leeftijd gebruikte Timotheüs zijn leven om Jehovah te dienen

In een periode van zo’n 14 jaar bracht Timotheüs veel tijd door met Paulus, die een vriend van hem geworden was. Hij zag de leuke en minder leuke kanten van Paulus’ werk (2 Korinthiërs 11:24-27). Op een gegeven moment werd Timotheüs vanwege zijn geloof zelfs gevangengezet (Hebreeën 13:23). Hij deelde de oprechte liefde die Paulus voor zijn broeders en zusters had. Paulus schreef hem: ‘Ik denk aan uw tranen’ (2 Timotheüs 1:4). Net als Paulus leerde Timotheüs te huilen ‘met hen die huilen’ en oprecht met mensen mee te voelen zodat hij ze beter kon aanmoedigen en troosten (Romeinen 12:15, Willibrordvertaling). Een mooi voorbeeld om te volgen!

Het is dus niet vreemd dat Timotheüs uiteindelijk een geweldige opziener werd. Paulus gaf hem niet alleen de verantwoordelijkheid om gemeenten aan te moedigen en te sterken, maar ook om geschikte mannen als dienaar of ouderling aan te stellen (1 Timotheüs 5:22).

Paulus was erg op Timotheüs gesteld. Hij gaf hem als vaderfiguur veel nuttige raad en advies. Hij drukte Timotheüs op het hart zijn geestelijke gaven te koesteren en zich te blijven ontwikkelen (1 Timotheüs 4:15, 16). Hij moedigde Timotheüs aan om zich bij het innemen van een standpunt nooit te laten tegenhouden door zijn jeugd of een gebrek aan zelfvertrouwen (1 Timotheüs 1:3; 4:6, 7, 11, 12). Paulus gaf Timotheüs, die vaak ziek was, zelfs gezondheidsadvies, mogelijk over terugkerende maagklachten (1 Timotheüs 5:23).

Paulus wist dat het einde van zijn leven naderde. Het was duidelijk dat hij binnenkort gedood zou worden. Hij stuurde een laatste geïnspireerde brief aan Timotheüs, met de beladen woorden: ‘Doe uw uiterste best om binnenkort naar mij toe te komen’ (2 Timotheüs 4:9). Paulus hield heel veel van Timotheüs. Hij noemde hem ‘mijn geliefd en trouw kind in de Heer’ (1 Korinthiërs 4:17). Natuurlijk wilde hij zo’n hechte vriend tijdens zijn laatste dagen graag bij zich hebben. We kunnen ons afvragen: zoeken mensen troost bij mij als ze het moeilijk hebben?

Was Timotheüs op tijd bij Paulus? Dat weten we niet. We weten wel dat hij altijd alles deed om Paulus en anderen aan te moedigen. Hij deed zijn naam, die ‘vereerder van God’ betekent, eer aan. En hij gaf ons allemaal, jong en oud, een uitzonderlijk voorbeeld van geloof.

^ ¶9 Zie ‘Wist u dit?’ in dit tijdschrift.

^ ¶20 Timotheüs was op verzoek van Paulus zelfs bereid zich te laten besnijden. Dit was geen vereiste voor christenen, maar Paulus wilde de joden tot wie ze zouden prediken geen reden geven om een probleem te maken van de aanwezigheid van deze jonge man met een heidense vader (Handelingen 16:3).