Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

HOOFDSTUK ZEVENTIEN

„Zie! Jehovah’s slavin!”

„Zie! Jehovah’s slavin!”

1, 2. (a) Hoe werd Maria door een vreemdeling begroet? (b) Waarom was dit een belangrijk moment in het leven van Maria?

MARIA keek met grote ogen op toen de bezoeker haar huis binnenstapte. Hij vroeg niet naar haar vader of haar moeder. Hij kwam voor haar! Hij kwam niet uit Nazareth, dat wist ze zeker. In zo’n kleine plaats vielen vreemden meteen op. En deze bezoeker zou overal opvallen. Hij begroette haar op een wel heel ongewone manier: „Goedendag, hooglijk begunstigde, Jehovah is met u.” (Lees Lukas 1:26-28.)

2 Zo laat de Bijbel ons kennismaken met Maria, de dochter van Eli, uit Nazareth in Galilea. Dit was een belangrijk moment in haar leven. Ze was verloofd met de timmerman Jozef, geen rijke man maar wel iemand met een groot geloof. Het kan dus geleken hebben of haar leven keurig voor haar uitgestippeld lag: een eenvoudig leven waarin ze een steun zou zijn voor haar man Jozef en samen met hem een gezin zou grootbrengen. Maar nu stond ze plotseling oog in oog met deze bezoeker die haar kwam vertellen dat God een speciale taak voor haar had, een verantwoordelijkheid die haar leven zou veranderen.

3, 4. Wat moeten we negeren om Maria te leren kennen, en waar moeten we ons op concentreren?

3 Veel mensen zijn verbaasd dat de Bijbel niet veel over Maria vertelt. Er staat weinig in over haar achtergrond, nog minder over haar persoonlijkheid, en helemaal niets over haar uiterlijk. Maar wat er wel over haar wordt verteld, is veelzeggend.

4 Om Maria te leren kennen, moeten we ons niet blindstaren op veel denkbeelden die in verschillende godsdiensten over haar bestaan. Laten we dus de vele religieuze beelden en afbeeldingen vergeten die er ooit van haar gemaakt zijn. Laten we ook het ingewikkelde dogma negeren waardoor deze nederige vrouw verheven titels als „Moeder van God” en „Koningin van de hemel” heeft gekregen. We zullen ons in plaats daarvan concentreren op wat de Bijbel echt over haar vertelt. Dat geeft ons belangrijke informatie over haar geloof en hoe we het kunnen navolgen.

Bezoek van een engel

5. (a) Wat leren we over Maria uit haar reactie op Gabriëls begroeting? (b) Welke belangrijke les leren we van Maria?

5 Maria’s bezoeker was geen mens. Het was de engel Gabriël. Toen hij Maria „hooglijk begunstigde” noemde, was ze „diep verontrust” door zijn woorden en vroeg ze zich af wat die ongewone begroeting te betekenen had (Luk. 1:29). Hooglijk begunstigd door wie? Maria verwachtte niet hooglijk begunstigd te worden door mensen. Maar de engel had het over de gunst of goedkeuring van Jehovah God. Dat vond ze belangrijk. Toch ging ze er niet trots van uit dat ze Gods goedkeuring had. We leren een belangrijke les van de jonge Maria: we moeten echt ons best doen om Gods goedkeuring te krijgen en nooit trots denken dat we die al hebben. God keert zich tegen de hoogmoedigen, maar hij houdt van nederige en bescheiden mensen en steunt hen (Jak. 4:6).

Maria ging er niet trots van uit dat ze Gods goedkeuring had

6. Welk voorrecht zou Maria krijgen?

6 Maria zou die nederigheid nodig hebben, want de engel had het over een heel speciaal voorrecht: ze zou een kind krijgen dat de belangrijkste van alle mensen zou worden. Gabriël legde uit: „Jehovah God zal hem de troon van zijn vader David geven, en hij zal voor eeuwig als koning over het huis van Jakob regeren en aan zijn koninkrijk zal geen einde zijn” (Luk. 1:32, 33). Maria kende natuurlijk de belofte die God ruim duizend jaar daarvoor aan David had gedaan, namelijk dat een van zijn afstammelingen eeuwig zou regeren (2 Sam. 7:12, 13). Haar zoon zou dus de Messias zijn op wie Gods volk eeuwenlang had gehoopt!

De engel Gabriël zei dat Maria een heel speciaal voorrecht zou krijgen

7. (a) Wat kunnen we afleiden uit Maria’s vraag? (b) Wat kunnen jongeren in deze tijd van Maria leren?

7 Bovendien vertelde de engel dat haar zoon „de Zoon van de Allerhoogste” genoemd zou worden. Hoe kon een vrouw, een mens, Gods Zoon ter wereld brengen? En hoe kon Maria überhaupt een kind krijgen? Ze was verloofd met Jozef maar nog niet met hem getrouwd. Maria bracht die vraag heel open onder woorden: „Hoe zal dit geschieden, daar ik geen gemeenschap heb met een man?” (Luk. 1:34) Dit laat zien dat Maria zich er helemaal niet voor schaamde dat ze nog maagd was. Ze was er juist trots op. Tegenwoordig willen veel jongeren graag van hun maagdelijkheid af en spotten ze met jongeren die daar anders over denken. De wereld is veranderd, maar Jehovah niet (Mal. 3:6). Net als in Maria’s tijd heeft hij veel waardering voor personen die zich aan zijn morele normen houden. (Lees Hebreeën 13:4.)

8. Hoe kon Maria als onvolmaakte vrouw een volmaakt kind krijgen?

8 Hoewel Maria een trouwe aanbidster van God was, was ze onvolmaakt. Hoe kon ze dan een volmaakt kind krijgen, de Zoon van God? Gabriël legde uit: „Heilige geest zal over u komen en kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen. Daarom ook zal hetgeen wordt geboren, heilig, Gods Zoon, worden genoemd” (Luk. 1:35). Heilig betekent „rein”, „zuiver”. Normaal gesproken geven mensen hun onreine, zondige toestand aan hun kinderen door. Maar in dit geval zou Jehovah een uniek wonder doen. Hij zou het leven van zijn Zoon vanuit de hemel naar de baarmoeder van Maria overbrengen. Vervolgens zou hij zijn heilige geest, zijn kracht in actie, gebruiken om Maria te „overschaduwen”, zodat het kind tegen elk spoortje van zonde zou worden beschermd. Geloofde Maria de belofte van de engel? Hoe reageerde ze?

Maria’s reactie

9. (a) Waarom is het onterecht dat sceptici aan het verslag over Maria twijfelen? (b) Hoe versterkte Gabriël het geloof van Maria?

9 Sceptici, onder wie sommige theologen uit de christenheid, vinden het moeilijk te geloven dat een maagd een kind kreeg. Ondanks al hun geleerdheid ontgaat hun een simpele waarheid. Gabriël verwoordde die als volgt: „Bij God zal geen verklaring een onmogelijkheid zijn” (Luk. 1:37). Maria twijfelde niet aan Gabriëls woorden, want ze had een groot geloof. Toch was ze niet lichtgelovig. Zoals iedereen die zijn gezonde verstand gebruikt, had Maria bewijzen nodig als basis voor haar geloof. Gabriël was bereid nog iets toe te voegen aan de bewijzen die ze al had. Hij vertelde haar over haar familielid Elisabeth, die al op leeftijd was en van wie bekend was dat ze onvruchtbaar was. God had het door een wonder mogelijk gemaakt dat ze zwanger werd!

10. Waarom was Maria’s situatie niet makkelijk?

10 Wat zou Maria doen? Ze wist wat haar taak was en ze had bewijzen dat God alles ging doen wat Gabriël gezegd had. Maar hoewel het een voorrecht was om Gods Zoon ter wereld te brengen, was dit geen makkelijke situatie voor haar. Zo moest ze denken aan haar verloving met Jozef. Zou hij nog wel met haar trouwen als bleek dat ze zwanger was? Bovendien kan de taak op zich overweldigend hebben geleken. Ze moest het leven dragen van degene die voor God het meest dierbaar was: zijn eigen geliefde Zoon! Ze zou hem als hulpeloze baby moeten verzorgen en hem in een slechte wereld moeten beschermen. Wat een zware verantwoordelijkheid!

11, 12. (a) Hoe hebben zelfs getrouwe mannen soms gereageerd op moeilijke taken van God? (b) Wat vertelt Maria’s antwoord ons over haar?

11 De Bijbel laat zien dat zelfs sterke, getrouwe mannen soms geaarzeld hebben moeilijke taken van God te aanvaarden. Mozes protesteerde dat hij niet vlot genoeg sprak om Gods woordvoerder te zijn (Ex. 4:10). Jeremia kwam met het argument dat hij „nog maar een jongen” was, te jong om de taak uit te voeren die God hem gegeven had (Jer. 1:6). En Jona liep weg voor zijn toewijzing! (Jona 1:3) Wat zou Maria doen?

12 Haar nederige en gehoorzame antwoord maakt zelfs in deze tijd nog veel indruk op gelovige mensen. Ze zei tegen Gabriël: „Zie! Jehovah’s slavin! Mij geschiede naar uw verklaring” (Luk. 1:38). Een slavin was de laagste bediende; haar leven lag helemaal in de handen van haar meester. Zo dacht Maria over haar Meester, Jehovah. Ze wist dat ze bij hem veilig was, dat hij loyaal is tegenover degenen die loyaal zijn aan hem, en dat hij haar zou zegenen als ze zich zo goed mogelijk van die moeilijke taak zou kwijten (Ps. 18:25).

Maria wist dat ze veilig was bij haar loyale God, Jehovah

13. Wat hebben we aan Maria’s voorbeeld als God iets moeilijks van ons vraagt?

13 Soms vraagt God ons iets te doen wat in onze ogen misschien moeilijk of zelfs onmogelijk lijkt. Maar in zijn Woord geeft hij ons genoeg redenen om hem te vertrouwen en net als Maria ons leven in zijn handen te leggen (Spr. 3:5, 6). Doen we dat? Dan zal hij ons belonen, wat ons geloof in hem alleen maar sterker zal maken.

Maria bezoekt Elisabeth

14, 15. (a) Hoe beloonde Jehovah Maria toen ze Elisabeth en Zacharias bezocht? (b) Wat leren Maria’s woorden in Lukas 1:46-55 ons over haar?

14 Wat Gabriël over Elisabeth vertelde, betekende veel voor Maria. Wie van alle vrouwen in de wereld zou haar situatie beter kunnen begrijpen? Maria haastte zich naar het bergland van Juda, een tocht van misschien wel drie of vier dagen. Toen ze het huis van Elisabeth en de priester Zacharias binnenging, beloonde Jehovah haar met nog een duidelijk bewijs waardoor haar geloof versterkt zou worden. Elisabeth hoorde Maria’s begroeting en voelde meteen de baby in haar buik van vreugde opspringen. Ze werd met heilige geest vervuld en noemde Maria „de moeder van mijn Heer”. God had Elisabeth duidelijk gemaakt dat Maria’s zoon haar Heer, de Messias, zou worden. Bovendien prees ze Maria onder inspiratie om haar trouwe gehoorzaamheid: „Gelukkig is ook zij die heeft geloofd” (Luk. 1:39-45). Alles wat Jehovah aan Maria beloofd had, zou uitkomen!

De vriendschap van Maria en Elisabeth was voor allebei een zegen

15 Nu nam Maria het woord. Wat ze zei is zorgvuldig in de Bijbel bewaard gebleven. (Lees Lukas 1:46-55.) Het is verreweg het langste citaat van Maria in het Bijbelverslag en het vertelt ons veel over haar. Het laat zien dat ze een dankbare instelling had, want ze loofde Jehovah omdat hij haar had gezegend met het voorrecht de moeder van de Messias te worden. Het laat ook de diepte van haar geloof zien, want ze zei dat Jehovah de hoogmoedigen en machtigen vernedert en de geringen en armen die hem willen dienen helpt. Het zegt ook iets over hoeveel kennis ze bezat. Volgens één schatting verwees ze meer dan twintig keer naar de Hebreeuwse Geschriften! *

16, 17. (a) Welke houding van Maria en haar zoon moeten we navolgen? (b) Wat laat het verslag over Maria en Elisabeth zien?

16 Het is duidelijk dat Maria diep nadacht over Gods Woord. Maar ze bleef nederig en gaf er de voorkeur aan de bewoordingen van de Schrift te gebruiken in plaats van haar gedachten zelf onder woorden te brengen. Het kind dat in haar groeide, zou net zo nederig zijn. Hij zei later namelijk: „Wat ik leer, is niet van mij, maar behoort hem toe die mij heeft gezonden” (Joh. 7:16). We doen er goed aan ons af te vragen: Toon ik net zo’n respect en eerbied voor Gods Woord? Of geef ik de voorkeur aan mijn eigen ideeën en leringen? Maria had absoluut een goede instelling.

17 Ze bleef ongeveer drie maanden bij Elisabeth en ongetwijfeld waren ze een grote aanmoediging voor elkaar (Luk. 1:56). Dit hartverwarmende verslag over Maria en Elisabeth laat zien dat vriendschap een grote zegen kan zijn. Als we vrienden zoeken die echt van Jehovah houden, zullen we zeker geestelijk groeien en een hechtere band met hem krijgen (Spr. 13:20). Uiteindelijk was het voor Maria tijd om weer naar huis te gaan. Wat zou Jozef zeggen als hij hoorde dat ze zwanger was?

Maria en Jozef

18. Wat vertelde Maria aan Jozef, en hoe reageerde hij?

18 Maria heeft waarschijnlijk meteen aan Jozef verteld dat ze zwanger was en niet gewacht tot het duidelijk te zien was. Ze moet zich afgevraagd hebben hoe die fatsoenlijke, godvrezende man zou reageren op wat ze hem te vertellen had. In elk geval ging ze naar hem toe en vertelde hem alles wat haar overkomen was. Je kunt je wel voorstellen dat Jozef geschokt was. Hij wilde haar best geloven, maar alles leek erop te wijzen dat ze hem ontrouw was geweest. Er wordt niet gezegd wat er allemaal door hem heen ging of hoe hij redeneerde. De Bijbel zegt wel dat hij besloot zich van haar te laten scheiden, want verloofde paren werden in die tijd als getrouwd bezien. Maar omdat hij haar een schandaal wilde besparen, koos hij ervoor zich in het geheim van haar te laten scheiden (Matth. 1:18, 19). Het moet Maria verdriet gedaan hebben te zien dat Jozef het er zo moeilijk mee had. Maar Maria raakte niet verbitterd.

19. Hoe hielp Jehovah Jozef om het juiste te doen?

19 Jehovah hielp Jozef om de juiste beslissing te nemen. In een droom vertelde Gods engel hem dat Maria’s zwangerschap inderdaad een wonder was. Dat moet een hele opluchting zijn geweest! Jozef deed nu wat Maria ook had gedaan: hij volgde Jehovah’s leiding. Hij trouwde met Maria en bereidde zich voor op de unieke verantwoordelijkheid om voor Jehovah’s Zoon te zorgen (Matth. 1:20-24).

20, 21. Wat kunnen echtparen en personen die een huwelijk overwegen van Maria en Jozef leren?

20 Echtparen, en ook personen die een huwelijk overwegen, kunnen een voorbeeld nemen aan dit jonge stel dat tweeduizend jaar geleden leefde. Toen Jozef later zag dat zijn jonge vrouw zo’n goede moeder was, was hij vast blij dat Jehovah’s engel hem had gezegd wat hij moest doen. Daardoor moet Jozef hebben ingezien hoe belangrijk het is bij het nemen van moeilijke beslissingen op Jehovah te vertrouwen (Ps. 37:5; Spr. 18:13). Hij is ongetwijfeld altijd zorgzaam en vriendelijk gebleven wanneer hij als gezinshoofd beslissingen moest nemen.

21 Maar wat kunnen we opmaken uit Maria’s bereidheid om ondanks Jozefs twijfels toch met hem te trouwen? Hoewel hij haar verhaal misschien eerst moeilijk te begrijpen vond, liet ze hem beslissen wat er verder moest gebeuren, want hij zou uiteindelijk het gezinshoofd zijn. Dat is een goede les voor christelijke vrouwen in deze tijd. Waarschijnlijk hebben zowel Jozef als Maria hierdoor veel geleerd over de waarde van eerlijke en open communicatie. (Lees Spreuken 15:22.)

22. Wat was de basis voor het huwelijk van Jozef en Maria, en welk vooruitzicht hadden ze?

22 Het huwelijk van dit jonge paar had absoluut een goede basis. Ze hielden allebei in de eerste plaats van Jehovah en wilden hem blij maken door verstandige, zorgzame ouders te zijn. Natuurlijk stonden hun nog grotere zegeningen te wachten, maar ook grotere problemen. Ze hadden het vooruitzicht Jezus op te voeden, die de grootste mens zou worden die de wereld ooit heeft gekend.

^ ¶15 Blijkbaar citeerde Maria onder andere Hanna, die ook door Jehovah was gezegend met een kind. (Zie het kader „Twee bijzondere gebeden” in hoofdstuk 6.)