‘Daarom zeg ik jullie: heb bij alles waar je om bidt en vraagt, het geloof dat je het al gekregen hebt, en je zult het krijgen’ (Markus 11:24, Nieuwewereldvertaling).

 ‘Daarom zeg ik: Als je iets aan God vraagt, geloof dan dat je het al gekregen hebt. Dan krijg je het ook’ (Markus 11:24, Bijbel in Gewone Taal).

 Met deze woorden maakt Jezus zijn volgelingen duidelijk hoe belangrijk het is echt te geloven in de kracht van het gebed. Hij verzekert ze dat God niet alleen naar hun gebeden luistert maar ze ook verhoort. Als je oprecht bidt om iets dat in overeenstemming is met Gods wil, kun je er zeker van zijn dat het zal gebeuren. Het is alsof het gebed al is verhoord.

 Jezus laat uitkomen hoe belangrijk geloof is bij het bidden. Als je ergens om bidt, zo legt hij uit, moet je ‘niet twijfelen in je hart maar geloven dat het zal gebeuren’ (Markus 11:23). Wie twijfelt kan namelijk ‘niet verwachten dat hij iets van Jehovah zal krijgen’ (Jakobus 1:5-8). a

 Iemand die geloof heeft bidt vaak (Lukas 11:9, 10; Romeinen 12:12). Zo laat hij zien dat hij wat hij vraagt echt nodig heeft en dat hij echt gelooft dat God zijn gebed kan verhoren. Maar hij weet ook dat God ervoor kan kiezen zijn gebed te verhoren op een andere manier of een ander moment dan hij had verwacht (Efeziërs 3:20; Hebreeën 11:6).

 Wat Jezus zei betekent niet dat wie maar ook kan verwachten alles te krijgen waar hij God om vraagt. Jezus sprak tegen zijn volgelingen, mensen met een sterk geloof die hun best deden Jehovah God op de juiste manier te aanbidden. De Bijbel laat zien dat Jehovah alleen luistert naar gebeden die in overeenstemming zijn met zijn wil (1 Johannes 5:14). Hij luistert niet naar gebeden van iemand die bewust zijn normen negeert en zonder berouw slechte dingen doet (Jesaja 1:15; Micha 3:4; Johannes 9:31). Als u wilt weten naar welke gebeden God luistert, kunt u deze korte video bekijken.

 Tijdens zijn laatste dagen op aarde besprak Jezus met zijn discipelen hoe belangrijk een sterk geloof in God is. Hij onderbouwde dat met een aanschouwelijke les. Onderweg naar Jeruzalem zag hij een vijgenboom die al vroeg in blad stond. Maar toen bleek dat er geen vruchten aan de boom zaten, vervloekte Jezus hem (Markus 11:12-14). De Israëlieten waren net als de boom die er beter uitzag dan hij eigenlijk was. Het leek alsof ze God aanbaden, maar in werkelijkheid hadden ze geen geloof (Mattheüs 21:43). De vijgenboom was niet veel later verdord. Dat toonde aan wat er al gauw met het ongelovige Israël zou gebeuren (Markus 11:19-21).

 Jezus was ervan overtuigd dat zijn volgelingen anders waren en een geloof konden ontwikkelen dat sterk genoeg was om uitdagingen aan te gaan en verbazingwekkende dingen te bereiken (Markus 11:22, 23). Zijn advies over het gebed kwam op het juiste moment, want hun geloof zou al snel op de proef worden gesteld. Jezus zou sterven en ze zouden te maken krijgen met toenemende tegenstand (Lukas 24:17-20; Handelingen 5:17, 18, 40). Ook volgelingen van Jezus in deze tijd kunnen moeilijke uitdagingen overwinnen als ze geloof tonen in God en in de kracht van het gebed (Jakobus 2:26).

 Bekijk deze korte video om een overzicht te krijgen van het boek Markus.