Doorgaan naar inhoud

BIJBELVERZEN UITGELEGD

Jesaja 26:3 — ‘Vrede is er voor wie op u vertrouwt’

Jesaja 26:3 — ‘Vrede is er voor wie op u vertrouwt’

 ‘U zult degenen beschermen die volledig op u steunen. U zult hun altijd vrede geven, omdat u degene bent op wie ze vertrouwen’ (Jesaja 26:3, Nieuwewereldvertaling).

 ‘De standvastige is veilig bij u, vrede is er voor wie op u vertrouwt’ (Jesaja 26:3, De Nieuwe Bijbelvertaling).

Betekenis van Jesaja 26:3

 Deze geruststellende woorden van de profeet Jesaja laten zien dat God mensen die volledig op hem vertrouwen beschermt. Dat doet hij door ze een gevoel van veiligheid en vrede te geven.

 ‘U zult degenen beschermen die volledig op u steunen.’ Dit deel van het vers gaat over mensen die absoluut vastbesloten zijn altijd op Jehovah a God te vertrouwen. Wie op God vertrouwt, beseft dat hij zich echt op hem moet verlaten. Bij belangrijke beslissingen gaat hij bijvoorbeeld niet op zijn eigen ideeën af. In plaats daarvan neemt hij bij alles wat hij doet Gods gedachten in overweging (Spreuken 3:5, 6). Hij achterhaalt hoe God over een kwestie denkt door zijn Woord, de Bijbel, goed te lezen en door diep na te denken over wat hij leest (Psalm 1:2; 119:15). Als hij voor moeilijke situaties staat, bidt hij oprecht tot Jehovah en vraagt hij om zijn hulp (Psalm 37:5; 55:22). Op die manier toont hij vertrouwen in God, en die zal hem dan vrede geven.

 ‘U zult hun altijd vrede geven.’ In het Hebreeuws staat hier twee keer het woord voor vrede. Die vorm van nadruk zou je kunnen weergeven met ‘altijd vrede’, ‘volkomen vrede’ of ‘volmaakte vrede’. Degenen die volledig op Jehovah vertrouwen hebben dus een gevoel van vrede, een innerlijke kalmte die niet afhankelijk is van omstandigheden (Psalm 112:7; 119:165). Die vrede krijg je als je een hechte band met Jehovah hebt en probeert te doen wat in zijn ogen goed is (Spreuken 3:32; Jesaja 48:18).

 Dat God zijn aanbidders ‘altijd vrede’ geeft, betekent niet dat hij ze afschermt voor problemen en van alle zorgen bevrijdt (1 Samuël 1:6, 7; Job 6:1, 2; Psalm 31:9). Hij helpt ze met hun problemen om te gaan (Jesaja 41:10, 13). Hij reageert op hun gebeden door ze wijsheid, kracht en troost te geven (Psalm 94:19; Spreuken 2:6; Jesaja 40:29). Daardoor kunnen ze zelfs in moeilijke omstandigheden kalm blijven (Filippenzen 4:6, 7).

Context van Jesaja 26:3

 De profeet Jesaja leefde in de achtste eeuw voor Christus. In die tijd en in de jaren erna waren er in Juda velen die Jehovah God niet trouw aanbaden. Daarom stond Jehovah uiteindelijk toe dat hun hoofdstad, Jeruzalem, in het jaar 607 v.Chr. werd verwoest.

 Maar meer dan honderd jaar voor de verwoesting schreef Jesaja het profetische loflied voor Jehovah dat in hoofdstuk 26 staat (Jesaja 26:1-6). Het lied ging over een tijd waarin een stad in het land Juda, blijkbaar Jeruzalem, zou worden hersteld.

 Jeruzalem werd hersteld in de jaren na 537 v.Chr. Toen dat was gebeurd, konden teruggekeerde Joden zich veilig voelen en zeggen: ‘We hebben een sterke stad’ (Jesaja 26:1). Maar het waren niet de herstelde muren die de stad sterk maakten. De veiligheid van de stad hing af van Jehovah’s zegen en bescherming (Jesaja 26:2).

 Zo is het nu ook. Iedereen die volledig op Jehovah vertrouwt, voelt zich veilig omdat hij hem als ‘Rots’ of toevlucht beziet (Jesaja 26:4).

 Bekijk deze korte video om een overzicht te krijgen van het boek Jesaja.

a Jehovah is de persoonlijke naam van God (Psalm 83:18). Zie het artikel ‘Wie is Jehovah?