Doorgaan naar inhoud

BIJBELVERZEN UITGELEGD

2 Korinthiërs 12:9 — ‘Je hebt genoeg aan mijn onverdiende goedheid’

2 Korinthiërs 12:9 — ‘Je hebt genoeg aan mijn onverdiende goedheid’

 ‘Je hebt genoeg aan mijn onverdiende goedheid, want in zwakheid wordt mijn kracht volmaakt’ (2 Korinthiërs 12:9, Nieuwewereldvertaling).

 ‘Je hebt niet meer dan mijn genade nodig, want kracht wordt zichtbaar in zwakheid’ (2 Korintiërs 12:9, De Nieuwe Bijbelvertaling).

Betekenis van 2 Korinthiërs 12:9

 God belooft Paulus de kracht te geven die hij nodig heeft om met zijn beproevingen en beperkingen om te gaan.

 ‘Je hebt genoeg aan mijn onverdiende goedheid.’ Gods reactie op Paulus’ gebeden kan ook worden weergegeven als: mijn goedheid is alles wat je nodig hebt. De onverdiende goedheid van God zou voor Paulus dus genoeg zijn om met zijn beproevingen te kunnen omgaan. Het woord voor ‘onverdiende goedheid’ of ‘genade’ beschrijft een vrije gave die God heel gul geeft. De brieven van Paulus laten zien dat hij veel aan Gods onverdiende goedheid te danken had. Hoewel hij christenen had vervolgd, gaf God hem de kracht die hij nodig had om zijn gedrag te veranderen en om anderen te helpen christen te worden (1 Korinthiërs 15:9, 10; 1 Timotheüs 1:12-14). Paulus kon erop vertrouwen dat hij met Gods hulp alle problemen of uitdagingen aan zou kunnen.

 ‘Want in zwakheid wordt mijn kracht volmaakt.’ De Heer, Jehovah, a herinnert Paulus eraan dat zijn kracht juist het beste zichtbaar wordt als hij in zwakke, onvolmaakte mensen aan het werk is (2 Korinthiërs 4:7; 12:8). Als je weet wat je beperkingen zijn en Jehovah om hulp vraagt, dan zul je zijn kracht volledig in je laten werken (Efeziërs 3:16; Filippenzen 4:13). In die zin wordt Gods kracht zichtbaar in menselijke zwakheid.

Context van 2 Korinthiërs 12:9

 Rond het jaar 55 schrijft Paulus een geïnspireerde brief aan de christenen in Korinthe. In het laatste deel van die brief verdedigt hij zijn gezag als apostel. Hij voelt zich daartoe geroepen omdat bepaalde zelfbenoemde leraren kritiek op hem hebben, misschien vanwege zijn uiterlijk of zijn spreekvaardigheid (2 Korinthiërs 10:7-10; 11:5, 6, 13; 12:11).

 In zijn verdediging legt hij uit dat hij nooit op eigen kracht zijn dienst had kunnen uitvoeren en zo veel beproevingen had kunnen doorstaan (2 Korinthiërs 6:4; 11:23-27; 12:12). In hoofdstuk 12 spreekt hij figuurlijk over ‘een doorn in het vlees’, kennelijk een hardnekkig probleem waar hij fysiek of emotioneel veel last van heeft (2 Korinthiërs 12:7). Hoewel Paulus niet verder over zijn probleem uitweidt, is hij vastbesloten zich er met Gods hulp doorheen te slaan.

 Christenen kunnen te maken krijgen met ontberingen en vervolging. Maar het geeft ze troost te weten dat ze met Gods kracht elke uitdaging aankunnen. Net als Paulus kunnen ze vol vertrouwen zeggen: ‘Als ik zwak ben, ben ik sterk’ (2 Korinthiërs 12:10).

 Bekijk deze korte video om een overzicht te krijgen van het boek 2 Korinthiërs.

a Jehovah is de persoonlijke naam van God (Psalm 83:18). Zie het artikel ‘Wie is Jehovah?