Doorgaan naar inhoud

Politiebegeleiding voor Joseph

Politiebegeleiding voor Joseph

 Als je een Getuige van Jehovah bent, kun je je dan voorstellen dat je van huis tot huis het goede nieuws predikt onder politiebegeleiding? Dat maakte Joseph mee in Micronesië. Hij en drie andere Getuigen deden in 2017 mee aan een speciale campagne om mensen op afgelegen eilanden te bereiken.

 Op een dag rond twaalf uur ’s middags kwamen de vier Getuigen aan op een klein koraaleiland met zo’n 600 inwoners. Ze werden op het strand verwelkomd door de burgemeester van het eiland. Joseph legt uit wat er daarna gebeurde: ‘De burgemeester zei dat we met een politiewagen naar alle huizen gebracht konden worden. Zo’n mooi aanbod hadden we niet zien aankomen, maar we sloegen het respectvol af. We wilden gewoon van huis tot huis gaan op de gebruikelijke manier.’

 De verkondigers vertrokken te voet, vastbesloten om zo veel mogelijk mensen te bereiken. ‘De mensen waren gastvrij en geïnteresseerd in onze boodschap’, zeiden de Getuigen. ‘Daardoor bleven we langer bij elk huis dan verwacht.’

 Later die dag reed een politiewagen twee keer langs Joseph. Bij de derde keer stopte de wagen, en een politieagent bood Joseph een lift aan naar de huizen die hij nog moest bezoeken. ‘Ik zei dat dat niet hoefde’, zegt Joseph. ‘Maar dit keer bleven ze aandringen en zeiden: “Jullie hebben nog maar zo kort, dus we zullen jullie naar de rest van de huizen brengen.” Omdat ik nog best wat huizen te gaan had, kon ik hun aanbod niet opnieuw weigeren. Bij elk huis waar we aankwamen, vertelden de agenten ons de achternaam van de bewoners. Ze zeiden dat als er niemand aan de deur zou komen nadat we hadden aangeklopt, ze zouden claxonneren om de aandacht van de huisbewoner te trekken.

 Dankzij die extra hulp konden we die dag alle huizen bezoeken. We konden veel lectuur achterlaten, en met mensen die belangstelling hadden spraken we af dat we bij ze terug zouden komen.’

 De politieagent zei tegen Joseph dat ze ‘er echt van hadden genoten om goed nieuws bekend te maken’. Toen de Getuigen bij zonsondergang vertrokken, hadden de agenten die hen uitzwaaiden een grote glimlach op hun gezicht en Bijbelse lectuur in hun hand.