Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

Ze boden zich gewillig aan: in Madagaskar

Ze boden zich gewillig aan: in Madagaskar

‘TOEN ik de ervaringen hoorde van mijn vrienden die in gebieden dienden waar veel behoefte was aan pioniers, wilde ik die vreugde zelf ook ervaren’, zegt Sylviana, een pionierster van in de 20. ‘Maar’, vertelt ze verder, ‘ik was bang dat het niet binnen mijn mogelijkheden lag om een need-greater te zijn.’

Denk jij er ook zo over? Wil je graag dienen in een gebied waar meer predikers nodig zijn maar weet je niet zeker of je dat doel ooit zult bereiken? Geef het dan niet op! Met Jehovah’s hulp zijn duizenden broeders en zusters erin geslaagd obstakels te overwinnen en hun dienst uit te breiden. Laten we eens kijken hoe Jehovah de weg heeft geopend voor sommigen van hen. We gaan daarvoor naar Madagaskar, het op drie na grootste eiland ter wereld.

De afgelopen tien jaar zijn meer dan 70 ijverige verkondigers en pioniers uit 11 landen * komen dienen in dit vruchtbare veld in Afrika, waar veel mensen respect hebben voor de Bijbel. Ook heel wat plaatselijke verkondigers zijn bereid geweest te verhuizen zodat ze kunnen helpen om de Koninkrijksboodschap over heel dit grote eiland te verspreiden. Laten we eens kennismaken met enkelen van hen.

ANGST EN ONTMOEDIGING OVERWINNEN

Perrine en Louis

Louis en Perrine, een echtpaar van in de 30, zijn vanuit Frankrijk naar Madagaskar verhuisd. Jarenlang hadden ze erover nagedacht hun dienst uit te breiden door naar het buitenland te verhuizen, maar Perrine had twijfels. Ze legt uit: ‘Ik was bang voor het onbekende. Ik maakte me zorgen over wat ik moest achterlaten: mijn familie, de gemeente, ons appartement, alle vertrouwde plekken en onze routine. Eigenlijk was mijn eigen bezorgdheid het grootste obstakel dat ik moest overwinnen.’ In 2012 verzamelde Perrine de moed om samen met Louis te verhuizen. Wat vindt ze nu van hun beslissing? ‘Als ik terugkijk, kan ik zeggen dat het een geloofversterkende ervaring is geweest om in ons leven Jehovah’s hand te zien.’ Louis voegt eraan toe: ‘Stel je voor, op ons eerste Avondmaal in Madagaskar waren tien van onze Bijbelstudies aanwezig!’

Wat gaf het echtpaar de kracht om in hun toewijzing te blijven toen er problemen ontstonden? Ze smeekten Jehovah in gebed hun de kracht te geven het vol te houden (Fil. 4:13). Louis vertelt: ‘We voelden dat Jehovah onze gebeden verhoorde en ons “de vrede van God” gaf. We konden ons focussen op de vreugde die de dienst ons gaf. Ook stuurden vrienden van thuis ons e-mails en brieven om ons aan te moedigen het niet op te geven’ (Fil. 4:6, 7; 2 Kor. 4:7).

Jehovah heeft de volharding van Louis en Perrine rijkelijk beloond. ‘In oktober 2014 gingen we naar de Bijbelschool voor Echtparen * in Frankrijk’, zegt Louis. ‘Die school was een onvergetelijk cadeau van Jehovah.’ Wat waren ze blij toen ze na hun graduatie weer aan Madagaskar werden toegewezen.

‘WE ZULLEN TROTS ZIJN OP JULLIE!’

Nadine en Didier

Didier en Nadine, een echtpaar uit Frankrijk, waren in de 50 toen ze in 2010 naar Madagaskar verhuisden. Didier vertelt: ‘We hadden gepionierd toen we jonger waren, en daarna hebben we onze drie kinderen opgevoed. Toen ze volwassen werden, gingen we erover nadenken om in het buitenland te dienen.’ Nadine geeft toe: ‘De gedachte gescheiden te zijn van de kinderen bracht me aan het twijfelen, maar ze zeiden tegen ons: “Als jullie naar het buitenland gaan als need-greaters, zullen we trots zijn op jullie!” Hun woorden spoorden ons aan om de stap te nemen. We wonen nu ver bij onze kinderen vandaan, maar we zijn blij dat we vaak met ze kunnen praten.’

Didier en Nadine vonden het niet makkelijk Malagasi te leren. ‘We zijn geen 20 meer’, zegt Nadine met een glimlach. Hoe is het ze toch gelukt? Eerst zijn ze naar een Franstalige gemeente gegaan. Later, toen ze er klaar voor waren de plaatselijke taal te leren, verhuisden ze naar een gemeente waar Malagasi wordt gesproken. Nadine vertelt: ‘Veel mensen die we in de prediking treffen, willen graag de Bijbel bestuderen. Vaak bedanken ze ons dat we ze hebben bezocht. In het begin dacht ik dat ik droomde. Ik vind pionieren in dit gebied echt geweldig. Als ik ’s ochtends opsta, zeg ik bij mezelf: Super! Ik ga vandaag weer prediken!’

Met een glimlach denkt Didier terug aan de tijd dat hij de taal begon te leren. ‘Ik leidde eens een vergadering maar begreep niets van de antwoorden die de broeders en zusters gaven. Het enige dat ik kon zeggen was: “Bedankt!” Toen ik een zuster voor haar antwoord bedankte, begonnen degenen die achter haar zaten te gebaren om me duidelijk te maken dat het antwoord onjuist was. Ik wees snel een broeder aan die het juiste antwoord gaf — tenminste, ik hoop dat hij dat deed.’

ZE GING GRAAG OP DE UITNODIGING IN

Op het congres van 2005 zagen Thierry en zijn vrouw Nadia het drama ‘Streef doelen na die God eren’. Dat Bijbelse drama over Timotheüs raakte hen en ze kregen een nog sterker verlangen om te dienen waar de behoefte aan Koninkrijksverkondigers groter was. Thierry zegt: ‘Toen we aan het eind van dat drama aan het klappen waren, leunde ik naar mijn vrouw toe en vroeg: “En, waar gaan wij heen?” Mijn vrouw zei dat ze precies hetzelfde dacht.’ Al snel begonnen ze naar hun doel toe te werken. Nadia zegt: ‘We deden steeds meer van onze spullen weg, totdat alles in vier koffers paste!’

Uiterst links: Nadia en Marie-Madeleine; Uiterst rechts: Thierry

Ze kwamen in 2006 in Madagaskar aan en genoten vanaf het begin van hun dienst daar. Nadia zegt: ‘We worden zo blij van hoe mensen op de boodschap reageren!’

Zes jaar later kregen ze met een uitdaging te maken. Nadia’s moeder Marie-Madeleine, die in Frankrijk woonde, viel. Ze brak haar arm en raakte gewond aan haar hoofd. Het echtpaar vroeg Marie-Madeleine, nadat ze haar arts hadden geraadpleegd, om bij hen in Madagaskar te komen wonen. Hoewel ze toen al 80 was, ging ze graag op de uitnodiging in. Wat vindt ze ervan om in het buitenland te wonen? Ze zegt: ‘Ik vind het niet altijd makkelijk om me aan te passen, maar ondanks mijn beperkingen voel ik me heel nuttig in de gemeente. En wat me helemaal gelukkig maakt, is dat mijn kinderen nu hun dienst hier kunnen voortzetten.’

‘IK VOELDE JEHOVAH’S HELPENDE HAND’

Riana, die in het Tandroy een lezing houdt

Riana is een broeder van begin 20. Hij groeide op in Alaotra-Mangoro, een vruchtbare streek in het oosten van Madagaskar. Hij deed het goed op school en wilde hoger onderwijs gaan volgen. Maar na de Bijbel bestudeerd te hebben, veranderde hij van gedachten. Hij zegt: ‘Ik probeerde mijn middelbare school eerder af te maken en beloofde aan Jehovah: “Als ik slaag voor mijn examen, begin ik met pionieren.”’ Nadat hij zijn diploma had behaald, hield hij zich aan zijn belofte. Hij ging bij een andere pionier inwonen, ging parttime werken en begon met de pioniersdienst. Hij zegt: ‘Dat was de beste beslissing ooit.’

Maar Riana’s familieleden begrepen niet waarom hij niet voor een carrière ging. Hij zegt: ‘Mijn vader, oom en oudtante moedigden me aan om hoger onderwijs te volgen. Maar ik wilde voor geen goud stoppen met pionieren.’ Al gauw wilde Riana dienen waar de behoefte groter was. Wat heeft daartoe bijgedragen? Hij zegt: ‘Er werd bij ons ingebroken en veel van mijn spullen werden gestolen. Door die inbraak moest ik denken aan Jezus’ woorden over het verzamelen van “schatten in de hemel”. Ik besloot meer mijn best te doen om geestelijke rijkdom te verzamelen’ (Matth. 6:19, 20). Hij verhuisde naar het zuidelijkste deel van het land, een droge streek die 1300 kilometer van zijn vorige woonplaats vandaan lag. Daar wonen de Antandroy. Waarom ging hij daarheen?

Een maand vóór de inbraak was Riana een Bijbelstudie met twee Antandroy-mannen begonnen. Hij leerde enkele uitdrukkingen in hun taal en dacht aan de vele Antandroy die nog niet met de Koninkrijksboodschap waren bereikt. Hij zegt: ‘Ik bad of Jehovah me wilden helpen te verhuizen naar het gebied waar Tandroy werd gesproken.’

Toen Riana verhuisde, kreeg hij meteen met een probleem te maken: hij kon geen werk vinden. Een man zei tegen hem: ‘Waarom ben je hiernaartoe gekomen? Mensen verhuizen van deze streek naar waar jij vandaan komt om werk te vinden!’ Twee weken later reisde Riana met bijna geen cent op zak naar een regionaal congres terwijl hij zich afvroeg wat hij moest doen. Op de laatste dag van het congres stopte een broeder gauw iets in Riana’s jaszak. Het was precies genoeg geld om terug naar het Antandroy-gebied te reizen en een bedrijfje op te starten om yoghurt te verkopen. Riana zegt: ‘Precies op tijd voelde ik Jehovah’s helpende hand. Ik kon degenen die geen kans hadden gehad om over Jehovah te leren, blijven helpen!’ Er was ook veel werk te doen in de gemeente. Hij zegt verder: ‘Ik moest om de twee weken een openbare lezing geven. Jehovah leidde me op via zijn organisatie.’ Riana deelt nog steeds de Koninkrijksboodschap met de vele Tandroy-sprekende mensen die over Jehovah willen leren.

‘GEZEGEND DOOR DE GOD VAN WAARHEID’

Jehovah verzekert ons ervan dat iedereen ‘die een zegen voor zichzelf zoekt op aarde, gezegend zal worden door de God van waarheid’ (Jes. 65:16). Als we moeite doen om obstakels te overwinnen om onze dienst uit te breiden, zullen we Jehovah’s zegen ervaren. Neem Sylviana, die in het begin van het artikel werd genoemd. Ze dacht dat dienen als need-greater voor haar te hoog gegrepen was. Waarom? Ze legt uit: ‘Mijn linkerbeen is 9 centimeter korter dan mijn rechterbeen. Daardoor loop ik mank en word snel moe.’

Sylviana (links) en Sylvie Ann (rechts) met Doratine bij haar doop

Toch verhuisde Sylviana in 2014 samen met Sylvie Ann, een jonge pionierster uit haar gemeente, naar een klein dorpje 85 kilometer van haar woonplaats vandaan. Ondanks de obstakels was Sylviana’s droom uitgekomen — en ze werd enorm gezegend! ‘Al na één jaar in mijn nieuwe toewijzing’, zegt ze, ‘werd Doratine, een jonge moeder met wie ik de Bijbel had bestudeerd, op onze kringvergadering gedoopt.’

‘IK ZAL JE ZEKER HELPEN’

Deze need-greaters hebben echt laten zien dat ze geloof hebben. Als wij een obstakel proberen te overwinnen om onze dienst uit te breiden, zullen we persoonlijk ervaren dat Jehovah’s belofte aan zijn aanbidders echt waar is: ‘Ik zal je sterken, ik zal je zeker helpen’ (Jes. 41:10). Dan zullen we een hechtere band met Jehovah krijgen. En als we ons gewillig aanbieden — in de streek waar we wonen of in het buitenland — worden we voorbereid op theocratische activiteiten in de nieuwe wereld. Didier zegt het zo: ‘Dienen waar de behoefte groter is, is een goede opleiding voor de toekomst!’ Wat zou het geweldig zijn als nog veel meer gewillige werkers binnenkort met die opleiding beginnen!

^ ¶4 Ze kwamen uit Canada, Duitsland, Frankrijk, Guadeloupe, Luxemburg, Nieuw-Caledonië, Tsjechië, het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten, Zweden en Zwitserland.

^ ¶8 Nu de School voor Koninkrijkspredikers. Volletijdpredikers die in het buitenland dienen en aan de vereisten voldoen, kunnen zich opgeven om de school bij te wonen in hun geboorteland of in een ander land waar de school in hun moedertaal wordt gehouden.