We hebben in onze organisatie geen betaalde geestelijken. Net als in de eerste christelijke gemeenten worden er ervaren opzieners aangesteld ‘om de gemeente van God te hoeden’ (Handelingen 20:28). Dat zijn mannen met een sterk geloof die de leiding nemen en de gemeente weiden, ‘niet omdat ze gedwongen worden maar vrijwillig, zoals God het wil, en niet om er zelf beter van te worden maar omdat ze het graag willen’ (1 Petrus 5:1-3). Wat doen ze allemaal voor ons?

Ze zorgen voor ons en beschermen ons. De ouderlingen leiden ons en helpen de gemeente om dicht bij Jehovah te blijven. Ze zijn zich ervan bewust dat ze deze belangrijke taak van God hebben gekregen. Daarom spelen ze niet de baas over zijn aanbidders maar dragen ze bij aan ons welzijn en geluk (2 Korinthiërs 1:24). Net zoals een herder aandacht heeft voor elk schaap van zijn kudde, proberen de ouderlingen elk gemeentelid persoonlijk te leren kennen (Spreuken 27:23).

Ze leren ons hoe we Gods wil kunnen doen. Elke week leiden de ouderlingen de bijeenkomsten om ons geloof sterker te maken (Handelingen 15:32). Deze trouwe mannen nemen ook de leiding in het evangelisatiewerk. Ze werken met ons samen en leiden ons op in alle onderdelen van de prediking.

Ze versterken ons individueel. Ouderlingen komen soms bij ons thuis, of ze praten in de Koninkrijkszaal met ons, om ons hulp en troost uit de Bijbel te geven. Zo helpen ze ons om onze band met Jehovah sterker te maken (Jakobus 5:14, 15).

Naast hun werk in de gemeente hebben de meeste ouderlingen ook een baan en een gezin die hun tijd en aandacht vragen. Deze hardwerkende broeders verdienen ons respect (1 Thessalonicenzen 5:12, 13).

• Wat is de taak van de gemeenteouderlingen?

• Hoe tonen de ouderlingen persoonlijke belangstelling voor ons?